Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
Droomen.51. Geef, Vader! dat ik door den slaap,Ga naar margenoot+
De ruste raap'Ga naar margenoot+
Die Gy doet uw Beminde,Ga naar margenoot+
Des Nagts bevinden;Ga naar margenoot+
En my nooit vergaap'Ga naar margenoot+
Aan d'ydelheid der klis,Ga naar margenoot+
Van droomeryen;Ga naar margenoot+
Des Levens Beeltenis:Ga naar margenoot+
Die beid' ontglyen.Ga naar margenoot+
Geen nagt-gezigt, met schroomen,Ga naar margenoot+
Mijne Ziel' ontzet';Ga naar margenoot+
Bewaar voor zondig droomen,Ga naar margenoot+
't Lichaam onbesmet:
Doe my in 't droomen merkenGa naar margenoot+
Mijnen Aart, uit 't zinnen-werken.
Zijt dag en nagt, te gaar
Mijn Wolk-en-Vuur-Pylaar.
|
|