Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen

Goed Gezelschap.

40. Ik ben der vroomen Metgezel,

⁺Die uw bevel
Betragten, en u vreezen,
⁺Laat by my weezen
Die het goet doen wel.
⁺Mijn-hert vermaak en lust,
⁺Is in die Waarde,
Die heilig, toegerust
Zijn hier op Aarde.
⁺ Geef my Hen aan te merken,
Om te scherpen op
⁺De Liefd' en goede werken,
⁺In den hoogsten top.
⁺Geef dat ik mijne pligten
⁺Hen tot stigting mag verrigten,
⁺Terwijl ik wert gestigt,
⁺Door 't schijnsel van haar ligt.

+ Ps. 119. 63.

+ - 79.

+ - 16. 3. verg. Ies. 61. 4.

+ Ps. 110. 3.

+ Hebr. 10. 24. en 3. 13.

+ Spr. 27. 17.

+ 1 Cor. 8. 2.

+ Pre. 4. 9. 12.

+ Gal. 5. 13.

+ 1 Cor. 14. 26.

+ Tes. 5. 11.