Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– AuteursrechtvrijUitspanninge.33. Als ik mijn bezigheden staak,
Ga naar margenoot+Om tot vermaak
Ga naar margenoot+Mijn geesten uit te spannen:
Ga naar margenoot+Will van my bannen,
Ga naar margenoot+Alle quade zaak.
Geen zonde zy mijn spel:
Ga naar margenoot+Geen spel mijn zonde:
Bepaal mijn togten wel
Ga naar margenoot+In maat en stonde.
Bewaar my van te speelen,
Ga naar margenoot+Met uw Heilig Lott:
Van dansen op de Velen,
Ga naar margenoot+Als: of zatt, of zot.
Ga naar margenoot+Laat nooit mijn lijfs-verquikken,
Ga naar margenoot+'t Hert verstrikken, of verstikken,
Ga naar margenoot+Bequaamt my door de rust,
Tot mijnen last, met lust.
| |
[pagina 21]
| |
34. Bewaar mijn uit-en-ingang, HeerGa naar margenoot+
En gins en weer,Ga naar margenoot+
Uw hand die zy in beide,
Mijn vry geleide,
Of ik gaa of keer'.Ga naar margenoot+
Ik ben een Reys-gezel,Ga naar margenoot+
Dies geef uw' Eng'len,Ga naar margenoot+
Op mijne reis, bevel,
Darf' om my heng'len:Ga naar margenoot+
My dragen op haar' handen,Ga naar margenoot+
Dat ik niet ontmoet',Ga naar margenoot+
Of aan een steen, met schanden,Ga naar margenoot+
Stoote mijnen voet.Ga naar margenoot+
Doe my na Huis verlangen,Ga naar margenoot+
Laat mijn herte hier niet hangen,Ga naar margenoot+
Aan eenig nietig ding,
Daar ik ben Vreemdeling.
|
|