Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– AuteursrechtvrijAll-gemeen Goet.28. O God! die altijt, alle goet,Ga naar margenoot+
Aan allen doet:
Doe my ooit All-gemeen, zijn,Ga naar margenoot+
En nooit alleen, mijn:Ga naar margenoot+
Als ligt, lugt, en vloed.Ga naar margenoot+
Ontzelf, onteigen my:Ga naar margenoot+
Van eigen-baat-zugt:Ga naar margenoot+
Van eigen-liefde vry:Ga naar margenoot+
En eigen Staat-zugt:Ga naar margenoot+
Doe my in liefde leven:Ga naar margenoot+
Tot mijn Eeven Mensch:Ga naar margenoot+
Hem geven, en vergeven:Ga naar margenoot+
Doen gelijk ik wens,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 18]
| |
Ga naar margenoot+Ten oordeel weer te komen;
Ga naar margenoot+Dat zijn Kerk en is;
Ga naar margenoot+Gemeenschap aller Vromen:
Ga naar margenoot+Schult-vergiftenis;
Ga naar margenoot+Opstanding, 't eeuwig leven
Ga naar margenoot+Aan 't Verkoren Tall te geven:
Ga naar margenoot+Dit's mijn Geloov', O Heer!
Ga naar margenoot+Mijn kleen geloof vermeer.
|
|