Dagelijks leeven van een wel-gesteld Christen, uit-gebeeld in verscheide zang-versen
(ca. 1720)–David Montanus– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
Wagt-houdinge.27. Geef, Heere! dat ik desen dag,
Bewaken mag,Ga naar margenoot+
Mijn zinnen, hert, en leden:Ga naar margenoot+
Voor t'overtredenGa naar margenoot+
Onder uw Gezag:Ga naar margenoot+
Dat mijn bedrieg'lijk hert,Ga naar margenoot+
My niet bedriege:Ga naar margenoot+
Mijn tonge smett' nog smert',Ga naar margenoot+
Sweet', vley', nog liege.Ga naar margenoot+
De vensters van mijn oogen,
Datse niet, verlied,
En door een schijn bedroogen,Ga naar margenoot+
Zien naar ydelheit:Ga naar margenoot+
De Deuren van mijn ooren,Ga naar margenoot+
Datse na geen quaat en hooren,Ga naar margenoot+
Bewaak: mijn hand, mijn voet,
Gedagten en Gemoed.
|
|