Onze strijd(1875)–V.A. dela Montagne– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Bij de verjaring van den veldslag van Sedan 1874. Gij hebt hem trouw verdedigd, den fieren, Duitschen Rijn, gij hebt hem trouw verdedigd, den landaard frisch en rein, gij hebt des standaards eere, ten prijze uws bloeds bewaard, gij zijt een volk van helden, gij zijt de vaadren waard! Gij hebt het woord des dichters bewaardheid in den strijd, de Duitsche Rijn zal vrij zijn, zal vrij in eeuwigheid zal Duitsch zijn, nu en immer, trots 't laffe vreemd verraad zoolang een Duitscher 't zwaard zwaait, zoolang een Duitscher staat. [pagina 62] [p. 62] Gij hebt den franschen aadlaar in 't veld ter neêr gehakt, den wuften Zuider invloed voor immermeer geknakt, gij hebt de Noordersterre doen rijzen aan den trans, en juichend haar gevlochten een gouden stralenkrans. God zelf was uw getuige, God zelf bestuurde 't zwaard, dat de eere van uw standaard voor schending heeft bewaard, dat trouw hem heeft beveiligd den landaard frisch en rein, dat trouw hem heeft verdedigd den vrijen Duitschen Rijn! Wij die van Noorderstam zijn, van 't ééne Noorderbloed wij brengen dank u, strijders, voor den beproefden moed, wij brengen dank en hulde u, in 't juublend hoogtijlied, voor 't ons door u geopend, volheerelik verschiet! Zij 't laatste bloed gestort nu, 't laatste in den laatsten strijd, nu de eerenaam Germanje's gevest is wijd en zijd, sluit nu voor vredeskampen de forse rangen dicht en draagt aan 't hoofd der volken, beraân 't beschavingslicht. 't Wordt in uw hand geen dwaallicht als 't was in Frankrijk's hand maar 't tintelt, wars van dweepzucht, veredelend 't allen kant [pagina 63] [p. 63] en waar- en vrijheid rijzen, in gulden morgengloor, bij 't Godgezegend kampen, op 't levenswekkend spoor. Zoo willen wij u volgen op 't glansend vredeveld, en met uw zang vereenen den zang ons hart ontweld, uw geestesleven deelend, met daad en pen en woord, Germanje's vlag erkennen als de banier van 't Noord! Vorige Volgende