Onze strijd(1875)–V.A. dela Montagne– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Scheldelied. Getoonzet door E. van M. O schoone stroom, hoe glanst ge in 't stille manelicht, als eene zilvren slang, doorkronklend Vlaandrens beemden, mijn geest betoovert gij en roept voor mijn gezicht onze eedle helden op, in strijd met dwang en vreemden. Daar waart de schimmenstoet, als neevlen aan uw strand, en pleegt den reuzenslag voor volk en vaderland. E. Hiel. O Schelde! mijn Schelde! gij machtige stroom, gij wiegelet, wiegelet rusteloos voort, en bruischet en klotset met wonderen klank, als echo van 't Dietsche, het krachtige woord! Weêrkaatsen uw baren geen guldenen ooft, geen lachende heuvlen, met wingerds beplant, en rolt ge geen goud in uw golvenden schoot, uwe oevers zijn groen toch en vrij is uw strand! [pagina 15] [p. 15] En suizet gij als de liefkabblende beek, o Schelde, geen klaatrende liedekens zoet, uw stem, majestatisch en grootsch treft de ziel, verheft en veredelt het Dietsche gemoed! Zij spreekt ons met nadruk van vroegeren tijd, wanneer ge, groenguldenen, schuimende vloed, de lijken der dwingelands spoeldet ter zee, en rood werd gekleurd van der vreemdlingen bloed! Wen Vlaanderen omstraald was met grootheid en macht, op handel- en kunsten- en oorelogsveld, wen 't zwaaide den scepter der waereld in 't rond, en trotselik 't keerde geweld met geweld! Die tijd is voorbij, maar toch keert hij eens weêr, want kruipende bastaarden blijven wij niet: dra paart zich ons dreunende zegegeschreeuw, ô Schelde, aan uw schaterend lied! Vorige Volgende