Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Na den storm. Welaan! de zorg is weêr voorbijgedreven; en lieflijk weemoedszeer me alleen gebleven; nu maar een blij refrein dat zal mijn redding zijn door 't leven. Nog suist het heimvol zacht en stil hierbinnen, maar 't zal zijn vroegre kracht aldra herwinnen: - 't blauwt reeds aan d'Oostertrans al vlood de nacht niet gansch, schoon nog geen zonneglans blinkt op de tinnen. Neurs du maar, liedje, voort met stil gefluister: du lievend troostend woord, ik luister; en twijfelend zweeft mijn hart tusschen doorstane smart en 's levens luister. Vorige Volgende