IJskristallen
Blankberijmd, vol ijskristallen,
praalt en prijkt de lange laan,
waarop bleke stralen vallen
van de volle blanke maan.
Op wát takken neer mag vallen,
bleek en blank, één straal der maan,
kaatsen honderd ijskristallen
vlammenpijlen door de laan.
Plots, als van de daken, vallen
winden, brallend, in de laan,
dat, alom, al de ijskristallen
wieglen, waggelen in de maan...
En mij dunkt, die ijskristallen,
waglend, wiegelend in de maan,
'k hoor ze klingelend, klangelend vallen,
'k zie ze vonkelend, flonkerend vallen,
in de lange, lange laan...,
tjinkelend vallen, tjankelend vallen,
honderdtallen, duizendtallen
vallen, vallen, vallen, vallen
|
|