van Oeyen, en zijn medebroeders Petrus Syben, professor der rhetorica en der poësie, en Melchior Esser, professor der syntaxis en grammatica, welke 4 Nov. 1779 onder eede verklaarden, dat Bernard de Groot een ongezeggelijke, slecht oppassende knaap was, die al drie jaren in het tyrocinium was en zijn professoren had bespot en voor beulen uitgemaakt. 1792-96 was W. procurator der Kruisheeren. Aangaande zijn dood teekent pastoor van Postel in zijn kroniek aan: 27 Febr. 1796 is de heer Willemsen, procurator van de Kruisheeren op zijn kamer dood gevonden.
Zie: Jan Verzijl, Genealogie Willemsen (m.s.); P. Doppler, Bijdrage tot de geschiedenis van het Kruisheerenklooster te Venlo in Maasgouw (1897), 31; Jos. Habets, Geschiedenis van het bisdom Roermond III, 530-531; Stadsarchief van Venlo no. 1784-85; H. Uyttenbroeck, Het dagboek of de kroniek door pastoor J.C. van Postel, 113.
Verzijl