Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1016]
| |
Hij studeerde in de rechten aan de universiteit te Leuven. Zoodra hij den graad van licentiaat behaald had, begon hij, gesteund door den invloed en de vrijgevigheid van den abt van Sint-Gertrudis, Petrus Was (dl. V, kol. 1094), conservator der universiteit, lessen te geven in de Instituten. Hij volgde 1546 den gewonen professor in de rechten, Gabriel Mudeus (van der Muyden) op in zijn leerstoel, hem aangeboden door het stadsbestuur 1 April 1546. Hij behield die lessen tot zijn dood. 30 en 31 Aug. 1547 werd hij gepromoveerd tot doctor in de beide rechten. Verschillende bibliographische schrijvers prijzen zijn bekwaamheid in de latijnsche en vooral grieksche letteren en noemen hem ‘poeta praestans’. Van hem is te Leuven in druk uitgegeven zonder naam: Juris utriusque methodus schematibus aliquot expressa. Het werkje werd herdrukt. Val. Andreas zag twee handschriften van Tengnagel: 1o De Geldrorum principum sive ducum origine, successione et rebus gestis usque ad Car. V, imp.; 2o Descriptio urbium praecipuarum et locorum. Volgens F. Sweertius, Athenae Belg. 652, waren zij in de abdij Afflighem. Volgens Sweertius overleed Tegnagel VI Id. Julii 1585. Fasti Ac. geeft op Idibus (13) Junii 1565, wat juist zal zijn, want 16 Juni 1565 kwam het stadsbestuur bijeen om een opvolger in zijn leerstoel te benoemen. Na Sweertius geven Foppens, Bibl. Belg. 380, 1059; Jöcher, Allgem. Gelehrten Lexicon IV, 1039; v.d. Aa, Biogr. Woordenboek XVIII, 45; Allg. Deutsche Biographie XXXVII, 535 den verkeerden overlijdensdatum 10 Juli 1585. Het jaartal 1555 in Biogr. nat. de Belg. is een drukfout. Reinier Tegnagel werd in de abdij Sint Gertrudis te Leuven begraven. Hij was gehuwd met Joanna Margaretha Bertholf, van Leuven, dochter van Gregorius B., eersten president van het Hof van Friesland. De invloedrijke Joachim Hopperus, zegelbewaarder, was zijn zwager. Uit zijn huwelijk zijn twee zonen bekend: Sebastiaan, doctor in de rechten aan de universiteit te Ingolstad, overl. 1636, die omstr. 1609 het ambt bekleedde van bibliothecaris der keizerlijke bibliotheek te Weenen; Gregorius, die bij den dood van zijn vader bij zijn oom Hopperus in Spanje verbleef en na diens dood het ambt verkreeg van ‘assessor’ aan het keizerlijk Hof te Spiers. Zie: Val. Andreas, Fasti academici Lovan. (Lov. 1650), 188-189; Analectes hist. eccl. Belg XL (1914), 103; Biogr. nat. de Belg. XXIV, 656-658. Fruytier |
|