[Stolk, Cornelis]
STOLK (Cornelis), geb. te Kethel 28 Jan. 1799, overl. te Leidschendam 15 Mei 1874. Hij werd 21 Dec. 1824 tot priester gewijd en was kapelaan te Sassenheim van 21 Dec. 1824, pastoor te Sommelsdijk van 13 April 1831, te Zierikzee van 21 Sept. 1836, te Leidschendam van 13 Dec. 1848 af.
Mr. Joan Bohl noemde hem ‘een man van uitgebreide kennis, naar vermogen begunstiger der wetenschappen, streng voor zich, zachtmoedig voor anderen, onvermoeid voor Gods eer en 's menschen welzijn’.
Van zijn hand verschenen: Het godvruchtig Mishooren verduidelijkt door 36 toepasselijke plaatjes voor kinderen ('s Hert., J. Arkesteyn en Zn. 1853); Splinters van het H. Kruis (Amst., J. Beerendonk, 1853); Iets omtrent de Onbevlekte Ontvangenis van de Allerh. Maagd Maria ('s Hert., P. Verhoeven, 1858); Onderwijzing over de Katholieke kerk ('s Hert., J. Arkesteyn en Zn.); Grondregels en plichten der Vaders en Moeders (Gron., R.G.J. Sladoot, 1860); Sprokkelingen uit het woud (Haarlem, S. Jacobs-Godshuis, 1864); Sprokkelingen uit de werken van den H. Franciscus van Sales (1865); De Biecht uit devotie ('s Hert., G. Mosmans Sen., 1869); Leerrede over het weldadige van de Godsdienst ('s Hert., J.J. Arkesteyn en Zn.); Bloemen uit den hof van den H. Franciscus van Sales, 4 dln. ('s Hert., W. van Gulick, 1874).
Zie: Bijdr. bisd. Haarl. LI, 418-421.
van der Loos