te binden. Een verbaal daarvan berust op de gemeente-bibliotheek te Leiden (Catal. no. 11540).
In 1664 werd hij door den kerkeraad verzocht, en nam 10 Oct. 1664 aan, een uitbreiding over en verdeeling van het Kort Begrip te maken om in de catechisatie te gebruiken.
26 Oct. 1665 overleed hij in zijn huis op de Prinsegracht te 's Gravenhage.
Hij was 15 Jan. 1640 te Leiden gehuwd met Maria Pessers, j.d. wonende te Leiden. Zij leefde waarschijnlijk nog in 1677, maar zeker in April 1673, toen zij nog een toelage trok uit het legaat der Vrouwe van Lier (haagsch fonds voor predikantsweduwen). Uit dit huwelijk sproot in 1641, vermoedelijk te Rotterdam, een zoon Nicolaas, die in 1661 predikant bij de Kruisgemeente te Antwerpen en in 1662 te Klundert werd; in laatstgenoemde gemeente werd hij in 1666 wegens wangedrag afgezet.
Van J. Stermont zijn ons de volgende werken bekend: Geestelicken olie-hoorn, uytgestort over de blijvende en nieuw aencomende burghemrs en schepenen der stadt Rotterdam, met verclaringhe over Psalm 82 vs. 6 en 7 (Rott. 1643); Over Psalm LXXXII vs. 6 en 7. Wederspreecken van den Jezuyt Waarmond (4o.); Nodige verdediginge tegen de Pasquille van den vermomden Jacob Warr'mont, in welcke voor-ghestelt, verclaert ende meest uyt eygen paepiste-schrijvers bevestigt werden deze drie dingen: 1. dat, na 't gevoelen der Jesuwyten, den paus de onderdanen ontslaen mach van een besworen eedt der getrouwigheyt, 2. dat de roomsche kerke den paus allerley tijdelycke maght toeschrijft, 3. dat den paus draeght de regte trecken van den antichrist (Rott. 1644); Gretleugens (Antw. 1645, 4o.); Troost teghen den doot (Rott. 1648, 12o.); Oogensalve voor de blinde Hollanders, begrepen in seeckere missive van een recht patriot, geschreven aen zynen vrient om hem te doen sien, hoe onregtveerdelijk de Arminianen de actien van syne hoogheyt bestaen te lasteren (1650); Predicatie over de geboorte van prins Willem III (4o.); Fonteine der waere wysheyd, op het afsterven van Wilhelm prince van Oranje ('s Gravenh. 1651); Memorie van seeckere predicatie, gedaen door J.J.S. alsmeede de remonstrantie daerop gevolcht in 1652 (er verschenen nog 2 drukken in hetzelfde jaar); Eenvoudich advys om met de meeste spoet ende de minste
schade te geraecken uyt den schadelicken oorloch met Engeland (1652, 4o.); Melck voor kinderen en vaste spijzen voor de volmaakte, vloeijende uyt een corte en beknopte uytbreydinge van het Kort Begryp der Christelycke Religie, getrocken uyt de Heydelb. Catechismus ('s Gravenh. 1665; Leyden 1747); Gelouterd zilver in verscheydene predicatien voorgestelt (Amst. 1666, 4o.); Heylig bewaermiddel voor de gereformeerde kerke ('s Gravenh. 12o.); Toetssteen om te proeven, en verantwoording van den heer B. Manly over de onnozelheid van het dansen (4o.); Den politycken kuyper onzes tijds (12o.); De misse gevonden in de schriftuere. Bovendien wordt aan J. Stermont toegeschreven: Lauweren-krans.... voor Wilhelm, Prince van Oranjen, over syne ceuwig roembare handelinghe, gepleegt tot ruste deser Vereen. Lantschappen, in 1650 enz., door C.G. (zonder plaats of jaartal, 4o., 40 blz.).
Naar een schilderstuk van J. Mijtens graveerde P. Philippe zijn beeltenis, in folio formaat uitgegeven (Muller 5150; van Someren 5336a).
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 391 v.; Kerkelijk Handboek (1907), 118, 132, 152; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900),