[Stellingwerff, Frederik]
STELLINGWERFF (Frederik) werd 17 Mei 1606 als jur. student te Franeker ingeschreven en 4 Febr. 1612 op de rol der advocaten bij het Hof van Friesland, schreef De constitutione Logices disputatio scholastica. Ad Reverendum virum magnum illum Gellium Hillama, in Magno Frisiae Consilio Senatorem (Franeq. 1610). Aan het slot leest men daar, dat hij toen twee jaar geleden te Franeker een privaat-collegie opende, en dit werkje als een vrucht van zijn onderwijs ter perse gaf, op aansporing van zijn boezemvriend David Gorlaeus. Met alle kracht bestreed hij de aristotelische scholastiek, die met Keckermann's handboeken ook tot Franeker was doorgedrongen. In 1616-17 ontmoet men hem als rechtsgeleerde en conrector te Bolsward, waar hij publiceerde zijn Polityck Discours, nopende den Staet van Frieslandt, waarinne bethoont wort, dat het selve Landt voor geen slechte Heerlijcheyt, ghenomen voor een Leengoet ende minder als een Graefschap, oyt heeft behooren geacht te worden enz. (Fran. 1617). Hij overleed als rector der latijnsche school te Sneek, waar hij de voorganger was van Petrus Moll. Men heeft een brief van hem aan Petrus Gabinius (9 Maart 1617) en twee aan Dr. Henricus Rhala (6 Aug. 1615 en 20 Febr. 1617). Een latijnsch gedicht van hem komt voor in J.B. Houwaert, Paranesis Politica (Leeuw. 1614).
Zie: W.B.S. Boeles, Frieslands Hoogeschool etc. (1878), I, 335; Catalogus der Briefverzameling van S.A. Gabbema (Leeuwarden 1930), 198.
Wumkes