[Staveren, Petrus van]
STAVEREN (Petrus van), of v. Stavoren, geb. in 1632, overl. te Leiden in 1683. Hij werd predikant te Middelie in 1657, te Maassluis in 1661, te Leiden in 1664. Johannes van Staveren (zie boven) en Regnerus van Staveren (zie hierna) waren zijn zonen. Hij schreef (na zijn dood verschenen): De huyshoudinge Gods...., drie deelen over Gen. 1:26 tot en met Gen. 33 (Leid. 1694); Zyons-opbouw blijkende aan de gemeente van Maas-sluijs.... (1664); Over den eersten brief van Johannes (Amst. 1702); De weg der rechtveerdigen.... over Ex. 17:13; 33:15; Spr. 1:24-27 enz. (Lugd. 1698); Keur van uitgelezen Bijbelstoffen.... over Spr. 10:9 enz. (Leyd. 1703); Vaarwels predikatiën. Zijn ambtgenoot te Leiden (van 1680-1702), S. van der Steijn, schreef een Lykpredikatie op do. P. van Staveren.
Zijn portret is gegraveerd door J.v. Munnickhuysen naar W.v. Mieris.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 388 v.; Kerkelijk Handboek (1907), Bijl., 131, 135; (1908), Bijl., 130; Veeris en de Paauw, Vernieuwt kerkelijk alphabeth (Enkh. 1750), 195; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 797 (no. 853); Noordbeek en Mourik, Naamrol van godgel. schrijvers, vierde druk (Amst. [1752]), 1-25, 40, 190, 193, 195, 199 enz., 428, 503; R. Arrenberg, Naamregister van nederduitsche boeken tot 1787, 489; H.C. Rogge, Bibliotheek van Contraremonstr. geschr. (Amst. 1866), 170.
Knipscheer