toen de gemeente van Leeuwarden hem als leeraar wenschte. Hij deed daar zijn intrede 5 Sept. en verkreeg er in 1881 eervol emeritaat. Hij was 9 Juli 1851 te Leeuwarden gehuwd met Jeanne Albarda (geb. 5 Dec. 1823 te Leeuwarden en aldaar overl. 28 Nov. 1913). Van hem verscheen: Jezus Christus, vooral in eenige trekken van zijn inwendig leven geschetst, twaalf leerredenen (Zutphen 1852). Hij schreef een voorrede in Luthers politiek, en zijn geschrift aan den Christelijken adel der Duitsche natie, over de verbetering der Chr. standen. Vrij naar het Hoogd. (Gron. 1850); met S.K. Thoden v. Velzen en W. Hoevers: Gods leiding met het menschdom (Leeuw. 1861); met L. Proes, J.P. van Harencarspel, S.K. Thoden v. Velzen, T. Modderman Az. en J.F. Blauw: Bijbeloefeningen over levensbijzonderheden van Samuel (Leeuw. 1850); met P.W. Wittebol, S.K. en U.W. Thoden v. Velzen en F.J.J. van Eysinga: Laat de kinderkens tot mij komen. Een woord over de zorg voor kinderen en over de christelijke bewaarschool (Leeuw. 1852). Op historisch gebied schreef hij: Van Haeften contra Engerus. Eene bijdrage tot de geschiedenis van het ontstaan der Oud- Catholieke gemeente van de Bisschoppelijke Kleresie te Leeuwarden in De Vrije Fries, XV, 83-115; en Bijdrage tot de levensgeschiedenis van Mr. Johannes Basius in De Vrije Fries XVIII, 191-279. Hij behoorde tot de evangelische richting en redigeerde mede het tijdschrift Wessel Gansfort 1854-55.
Zie: Geslachtregister van de familie Albarda, blz. 11; R. Visscher, Catalogus der stedel. bibliotheek van Leeuwarden ('s Gravenhage 1932), blz. 25, 26, 28, 147, 158; Leeuw. Courant (25 Juli 1900).
Wumkes