[Sminia, Hobbe Baerdt van]
SMINIA (Hobbe Baerdt van), geb. 22 Aug. 1655, overl. 21 Oct. 1721 te Leeuwarden, zoon van den raadsheer Jetze van Sminia en Anna Maria van Baerdt, werd eerst secretaris der grietenij Stellingwerf-Westeinde, en bleef dit, totdat hij na den dood van Joh. van Glinstra verkozen werd tot Raad in het Hof (30 Oct. 1679). Tegen zijn keuze, die door het kwartier Zevenwolden geschiedde, werd geprotesteerd door eenige leden van het kwartier Oostergoo, doch zonder gevolg. Bijna 42 jaar is hij raadsheer geweest; gedurende de laatste 6 jaar, n.l. sedert den afstand van Martinus van Scheltinga, nam hij de functies van oudsten en presideerenden raad waar. Hij bedankte 29 Mei 1721 voor dit ambt. Zijn eerste vrouw was Tethje Gerroltsma, zijn tweede Catharina van Haersma, zijn derde Ida Margaretha van Rhala. Bij deze drie vrouwen had hij negen kinderen.
Zie: de Haan Hettema. Stamboek van den Frieschen Adel, I, 365; II, 254; Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 48, 55; Baders, Poëmata, 32; M. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leiden 1869), 239.
Wumkes