[Sloet tot Warmelo, Floris Willem baron]
SLOET TOT WARMELO (Floris Willem baron), geb. op huize Kersbergen 8 Oct. 1753, gedoopt te Zeist 14 Oct., overl. op het huis Warmelo 30 Jan. 1838, zoon van Arent, hiervóór, en van Florentina Wilhelmina Borre van Amerongen.
Hij werd 5 Oct. 1770 student te Deventer, verkreeg 22 Oct. 1777 brieven van veniam aetatis en werd 24 Oct. d.a.v. wegens Warmelo ten landdage geadmitteerd. Bij magescheid der nalatenschap zijner ouders: heer van Kersbergen 1 Maart 1782. Van 1780 tot 1792 was hij gedeputeerde ter Staten-Generaal en behoorde 1 Maart 1814 onder de 43 notabelen uit het departement ‘Monden van den Ysel’, opgeroepen ter beoordeeling van het ontwerp-grondwet. Later was hij lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Benoemd in de ridderschap van Overijsel bij Kon. besl. van 28 Aug. 1814 no. 14, werd 29 Aug. 1819 (no. 2) voor hem en zijn wettige nakomelingen de titel van baron erkend. Als jonkheer der Duitsche Orde, balye van Utrecht, werd hij commandeur te Schoonhoven, 28 Sept. 1815, evenzoo te Dieren 21 Jan. 1828 en coadjutor, en sedert 21 Juni 1834 landcommandeur.
Hij huwde te Vollenhove 22 Sept. 1783 Johanna Catharina Sloet (1760-1832), dochter van Lodewijk Arend S. heer van Plattenburg en van Johanna Geertruid Juliana van Sytzama. Uit dit huwelijk sproten 4 zoons en 3 dochters.
Zie: Kymmell, Gesl. Sloet in Wapenheraut; Gen. Her. Bladen IX, 12; Nederl. Adelsboek (1917), 230; ter Kuile, Havezathen, 244; d' Ablaing, Duitsche Orde, 120.
Regt