[Sixma, Agge van]
SIXMA (Agge van), waarschijnlijk geb. in 1636, overl. op 26 Juni 1699 op zijn buitenplaats Sixma van Andla, niet ver van Minnertsga, zoon van den grietman Douwe van Sixma en Sjouck van Aylva, liet zich in 1655 inschrijven als student aan de franeker hoogeschool en studeerde ook in Frankrijk. In 1668 was hij afgevaardigde ter Staten-Generaal. Ook was hij in 1672 volmacht ten landsdage, en bleef dit waarschijnlijk totdat hij 17 Febr. 1677 als raadsheer ten Hove werd aangesteld. Toen zijn broeder Douwe van Sixma op 29 Maart 1684 afstand deed van het grietmanschap in Barradeel verkoos Agge dit ambt boven het lidmaatschap van het Hof en trad nu als grietman op. In 1685 treft men hem andermaal als volmacht ten landsdage. Niet langer dan 5 jaar bleef hij grietman, want reeds in 1689 deed hij afstand van dit ambt. Daarna werd hij vroedsman te Franeker. Ook is hij dijkgraaf geweest. Zijn huwelijk met Cornelia Bezaerts, gesloten te 's Gravenhage, was kinderloos. In de Frisia Nobilis vindt men eenige dichtregelen van Ernestus Baders te zijner eer.
Zie: de Haan Hettema, Stamboek v.d. Frieschen Adel I, 36; II, 251; Charterboek van Friesland V, 816, 1242; Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland 47; Sminia, Naamlijst der Grietmannen, 217; Frisia Nobilis, 176; J. Sickenga, Het Hof van Friesland (Leiden 1869), 230.
Wumkes