[Sipkes, Jacobus]
SIPKES (Jacobus), 18e eeuwsch boekhandelaar te Groningen, die het ambt van vaandrig bekleedde, tot de gezeten burgerij behoorde en krachtig deelnam aan de orangistisch-democratische bewegingen van het jaar 1748, ja, ongetwijfeld een der leiders was, want hij werd in 1748 door de burgerij naar den stadhouder afgevaardigd. Een tijdgenoot teekent hem als ‘een man van meer dan gewonen geest en bezwangerd met voornemens niet alleen om zijn fortuin staande te houden, maar teffens om hetzelve te vermeerderen’. Die ondernemingslust toonde hij door in 1744 de Groninger Courant uit te geven, een ietwat gewaagde onderneming, daar zij, die in de politiek belang stelden, voldaan werden door de hollandsche kranten, of in het Nederlandsch of in het Friesch geschreven, en het wel twijfelachtig kon schijnen, of zijn courant afnemers zou vinden: een onderstelling, die maar al te waarschijnlijk is, als men bedenkt, dat Gelderland eerst in 1786 of 87 zijn eerste courant kreeg in de Bommelsche Historische. Bovendien kon Sipkes er op rekenen, dat de groningsche regenten zijn plan niet zouden begunstigen, daar de heeren niet van nieuwigheden hielden en allerminst verlangden, dat de goede gemeente zich met staatszaken zou gaan bemoeien. Toch kreeg hij voor 18 jaar octrooi op voorwaarde, dat hij de krant steeds voor de uitgave aan den secretaris zou vertoonen, opdat deze zoo noodig zou schrappen hetgeen de heeren er liever niet in hadden. Later betaalde hij jaarlijks ƒ 2200 voor het octrooi, dat in Groningen als Juffergeld bekend stond. Een bekwaam redacteur vond hij in den med. dr. Nathan Remkes (dit dl. kol. 799), doorkneed in de vaderlandsche geschiedenis, geografie, genealogie, groot vriend van Oranje, vijand van Frankrijk, bewonderaar van het engelsche regeeringsstelsel. Sipkes gaf met Remkes in 1747 het maandschrift De Groningsche Nouvellist uit, dat o.a. het belastingvraagstuk aan de
orde stelde, maar 11 Nov. 1747 door de groningsche regeering werd verboden, omdat het vermeerdering van de stadhouderlijke macht predikte. Het verscheen opnieuw te Kampen als Reijzende Nouvellist, dat het orakel werd van de smalle gemeente, die onder medewerking van den stadhouder en met een soort van vertegenwoordiging der burgerij, een geheele hervorming van het belastingstelsel verlangde.
Zie: G.A.J. Franke, Het groote gilde der financiers in 1748 en 1749 in Programma van het gymnasium te Groningen (Gron. 1894); Nederl. Jaerboeken (1748), 281; J. Oomkens, Bouwstoffen tot de geschiedenis van de boekdrukkunst en boekhandel in de prov. Groningen (Gron. 1854), 13.
Wumkes