Toets(s)teen van eens Christens oordeel (Utr. 1665; Gron. 1728); Droevige staat eens Christens (Utr. 1664; Amst. 1757; vert. in het Hoogduitsch, Bremen 1672); Christelijke kinderschool (Utr. 1668); Neerlandsch tranen (Delft 1692); Geestlijk Avondmaal.... (Rott. 1743; Utr. 1745); Otia theologica (Ultraj. 1669; Amst. 1684); De libris varioque eorum usu et abusu (Amst. 1688); Concionator sacer (Hagae 1678); Excercitatio de jure Zelotarum (1673); Christiani Liberii Germani (zijn pseudoniem, vgl. Glasius, a.w., 685), Bibliophilia, sive de libris scribendis, legendis et aestimandis excercitatio paraenetica (Traj. ad Rh. 1671); De overtuygde Dina, of korte en nodige waerschouwingh tegen 't besien van de heden-daegsche schouwspelen, soo in 't gemeen als wel bysonderlijk in dese bloedige oorloghs-tyden. Bij maniere van samenspraeck tusschen Apollos, een predikant en Dina een jonghejufvrouw (Gron. 1763); Aan den Heere vertaelder van het seer nodige Tractaat van Christoffel Sutton, genaemt: Disce mori of: Leer sterven; Geestlycke Hoonig-raat van eenen gesturve zijnde 16 predikatien (Rott. 1695; Amst. 1739). Met Petrus de Witte (zie art. in dit dl.) gaf hij uit: Miscellanea sacra, in quibus lectissimae, cujusvis argumenti theologici textualis, dogmatici et elenctici, practici, historici et ritualis veteres et novae exercitationes, necnon orationes quaedam continentur (Leid. 1674; Ultraj. 1676). (Zie hierover:
de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. IV, 285 en aant. 8). Nog verscheen van hem onder pseudoniem Desiderius Pacius: Zeedig verzoek aan juffrouw Anna Maria Schuurmans (Utr. 1674?) en anoniem (met Ds. Thaddaeus de Land (t) man, zie dit dl. kol. 509): Syngramma of zedige en ernstige bedenkingen over de staet der Gereformeerde kerke, insonderheyt in opsigt van scheydinge van de zelve.... (Utr. 1670 (?)).
Zijn portret is geteekend en gegraveerd door J. Verkolje.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 250, 685 v.; Kerkelijk Handboek (1907), Bijl., 110, 118, 128, 131, 167; (1908), Bijl., 112, 122; (1910), Bijl., 157, 163; R. Arrenberg. Naamregister van Nederduitsche boeken tot 1787, 450; A.C. Duker, Gisbertus Voetius III (Leid. 1914), 225, aant. 2; Registers (Leid. 1915), 94; J.I. van Doorninck, Bibliotheek van Nederl. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh.-Utr. [1870]), kol. 666 (no. 6351); dez., Vermomde en naamlooze schrijvers I (Leid. 1883), kol. 457; Veeris en de Paauw, Vernieuwt kerkelijk alphabeth (Enkh. 1750), 176; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 546, 794 (no. 171); Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenb. II (Zutph. 1870), 763.
Knipscheer