Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 866]
| |
ven aan de franeker hoogeschool en zette zijn studiën voort te Groningen, waar hij onder leiding van den hoogleeraar Antonius Matthaeus driemaal rechtsgeleerde stellingen verdedigde. In het album van Hessel van Meckema treft men een blad aan van zijn hand, gedagteekend te Parijs. Op 7 Sept. 1632 werd hij ingeschreven als advocaat ten Hove van Friesland en op 6 April 1638 aangesteld als raadsheer, welk ambt hij bekleedde tot zijn dood. Evenals zijn vader schreef hij een commentaar op de Landsordonnantie, die evenwel niet het licht zag en later in het bezit was van raadsheer de Kempenaer. Hij was een vriend der letteren en bezat een kostbare boekerij; van den catalogus, uitgegeven in 1666 te Franeker, is o.a. nog een exemplaar in de Staatsbibliotheek te Dresden. Zie: Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 38, 43; G. de Wal, De claris juris consultis Oratio, Annot., 123 v.; Stamboek van den Frieschen Adel, I, 369; II, 256; J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leid. 1869), 199, 200. Wumkes |
|