genoemd. Omdat Jan van Leiden (zie dl. IX, kol. 654-656 in voce Jan Matthijsz.) ‘zijn sensualistische voorstellingen met het gezag der Schrift zocht te
wettigen’ vertrok Rol uit Munster. Te voren was hij ook uit die stad verbannen in Nov. 1533, maar na een reis door de Nederlanden, waarin hij ook Amsterdam en Friesland bezocht, keerde hij er terug en preekte hij op 1 Jan. 1534 weer in zijn kerk. Op 5 Jan. is hij gedoopt. Op 21 Febr. voor goed vertrokken. Van nu af vinden wij hem nog te Wezel en in Maastricht. Daar is hij op 2 Sept. 1534 gegrepen en op het Vrijthof verbrand.
Zijn geschrift: Die slotel van dat secreet des nachtmaels onses Heeren J.C. predikt een leekenchristendom. Het boekje is jarenlang verloren geweest, door C. Sepp het eerst (in 1885) besproken en in 1909 uitgegeven en van aanteekeningen voorzien door S. Cramer in de Bibliotheca Reformatoria Neerlandica. Het is ‘een uiterst zeldzaam voortbrengsel van een geestesstrooming, die zich in de hervormingseeuw in ons vaderland heeft doen gevoelen,.... een historisch gedenkstuk, een kostbaar getuige van de geestesrichting, die door het vroegste Anabaptisme in onze gewesten is gevolgd.... Hij was Nederlander, heeft ook binnen onze grenzen gearbeid, en de taal, waarin zijn boekje is opgesteld, onderstelt lezers uit ons vaderland, al mag het dan op guliksch grondgebied zijn geschreven. Het moet geschreven zijn - evenals waarschijnlijk Eyne ware Bedijnkijnge (zie Bibliotheca Reformatoria Neerlandica V (1909), 95-123) - vóór 1532’. Beide boekjes geven het Anabaptisme weer zooals het zich vertoonde in zijn tijdperk van zoeken en tasten vóór de munstersche troebelen, dus ook nog vóór den arbeid van Menno Simons e.a. Tegelijk met Hendrik Rol is, zoo verhaalt I.M.J. Hoog, ook verbrand Grietchen Bildesnider.
Zie: J.G. de Hoop Scheffer, Gesch. der kerkherv. in Ned. tot 1531 (Amst. 1873), 550 v., 616; C. Sepp, Kerkhist. Studien (Leid. 1885), 1-90; S. Cramer in Bibliotheca Reformatoria Neerlandica V ('s Gravenh. 1909), 1-123; VII (1910), 31; Teyler's Theol. Tijdschrift VIII (Haarl. 1910), 129 v.; L. Knappert, Het ontstaan en de vestiging van het Protestantisme in de Ned. (Utr. 1924), 181, 184, 187-190, 194, 334; I.M.J. Hoog, De martelaren der Herv. in Ned. tot 1566 (Schiedam 1885), 19; dez., Onze martelaren in Ned. Archief door Kerkgesch. I ('s Gravenh. 1902), 88.
Knipscheer