Nog schreef hij o.a.: Oratio funebris de vita et morte Philippi Matthaei (Fran. 1701); Commentarius in principium epistolae ad Ephesios (Traj. ad Rhen. 1715); Dissertatio philosophica dementis existentia.... exercitationes tres ad 1 Tim. 3:5 (Fran. 1692); Dissertationes philosophicae de theologia naturali duo, de ideis innatis una, Gerardi de Vries diatribae opposita (Fran. 1700); Disputatio theologica de Sanctitate Dei et hominis (Ultr. 1706). Na zijn dood verscheen: Explicatio catecheseos Heidelbergensis (Traj. 1728); Commentarius in epistolam ad Ephesios pars altera; et brevis epistolae ad Colossenses exegesis (Traj. 1731); Exegesis in psalmum 89 (Duisb. 1737).
In Oct. 1687 is hij gehuwd met Cornelia Bailli. Zonen van hen waren Dionysius Andreas Röell (zie dl. III, kol. 1081) en Johannes Alexander Röell (zie J.C. van Slee, a.w., 97 v., 107).
Zijn door H. van Velthoven geschilderd portret is in de Universiteit te Utrecht, een van een onbekenden schilder bij douair. barones Röell-Collot d'Escury te 's Gravenhage; gegraveerde portretten door J. Houbraken naar J. Wandelaar, door P. Aeneae en een onbekende.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 189-197; H.J.E. van Hoorn, Disquisitio historica dogmatica exponens Roëllii litem de aeterna generatione filii Dei a Patre (Ultraj. 1856); Judicium ecclesiasticum, quo opiniones quaedam clar. H.A. Röell synodice damnatae sunt, laudatum a professoribus theol. in academia Lugd. Bat. (Lugd. Bat. 1723). vert. als: Het kerkelijke oordeel, waardoor eenige meyningen van den vermaarden Dr. H.A. Röell in de synode veroordeelt zijn.... (Leid. 1725); S.D. van Veen in Herzog's Realencyklopädie XVII (1906), S. 71-74; W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en het rijks-athenaeum te Franeker (Leeuw. 1879), 212, 309-318; J.C. van Slee, De illustre school te Deventer ('s Gravenh. 1916), 34, 97 v., 107, 113, 118; J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Ned, 4e dr. (Utr. 1933), 364 v., 378, 408, 420; L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk I (Amst. 1911), 263, II (Amst. 1912), 13, 23, 91, 148; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 531, 793 (no. 753); Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek II (Zutph. 1870), 688 v.; H.H. Röell, De afstammelingen van H.A. Röell en Cornelia Bailli (Zaltbommel 1904) [vgl. E.A. van Beresteyn, Repertorium van gedrukte genealogieën.... (Haarl. 1933), 171]; C. Sepp, Het godgeleerd onderwijs in Ned..... II (Leid. 1874), 270, 307-312,
376, 392-394; L. Knappert, Bibliografische inleiding tot de theologie (Leid. [1925]), 109.
Knipscheer