[Reuter, Frederik Adolf]
REUTER (Frederik Adolf), geb. in de Palts uit protestantsche ouders, einde 16e eeuw, overleed als pastoor-deken te Sittard 28 Mei 1651. Hij werd opgevoed in den godsdienst zijner ouders en na welgeslaagde studie behaalde hij het doctoraat in de rechten. Hij onderwees zelfs een tijdlang godgeleerdheid aan de universiteit te Heidelberg. Het juiste tijdstip van zijn overgang tot de Katholieke kerk en nadere bijzonderheden waren aan P. Allard onbekend. De bekeerling werd priester: waar en wanneer kan P. Allard evenmin melden, waarschijnlijk te Mainz of te Keulen en omstreeks 1620. Reuter stond in betrekking tot den vorst van Gulik, Berg en Ravenstein, den Paltsgraaf Wolfgang Wilhelm von Neuburg, eveneens katholiek geworden in 1613. Deze benoemde hem tot een beneficie te Orsoy en daarna, 1621, tot kanunnik der collegiale Sint-Pieterskerk te Sittard en tevens tot pastoor aldaar met bevestiging door den Prins-bisschop van Luik, 1622. Door de pastoors van het dekenaat Susteren, bestaande uit meer dan tachtig parochiën, werd hij reeds in 1623 tot landdeken gekozen. Tijdens zijn pastoraat vestigden de Dominikanen zich in Sittard en stichtten de Dominikanessen aldaar het St. Agnetenklooster. Ook de Jezuïeten hebben te Sittard in 1636 een statie gevestigd, welke zij in 1646 weer verlieten. Hij schijnt een bijzondere redenaar geweest te zijn. In 1647 hield pastoordeken Reuter de latijnsche redevoering op de dekenale synode.
In 1622 hield hij op uitnoodiging der paters Carmelieten te Antwerpen de feestrede bij de plechtige viering der heiligverklaring van de H.