leed, had hij zijn leven te danken aan Mr. J.M. de Kempenaer, evenals hij vrijwilliger der leidsche hoogeschool. Hij vestigde zich te Zutphen en was daar vele jaren rechter aan de arrondissementsrechtbank. Op 21 Dec. 1826 huwde hij Sippina Johanna van de Merwede (geb. te Kampen 21 Mei 1801, overl. te Zutphen 3 Febr. 1874, dochter van Philip Everhard v.d. M. en Frouck Geertruid Juliana, barones Sloet tot Plattenburg). Als Haarlemmer stond hij onwrikbaar pal voor de aanspraken zijner geboortestad op de uitvinding van Coster; vandaar, dat hij eenige stukken schreef om te betoogen, dat deze de boekdrukkunst had uitgevonden, o.a.: Eenige regelen ter wederlegging van de Costerlegende (Haarlem 1872); Beknopt verhaal der uitvinding van de boekdrukkunst door Lourens Jansz. (Haarlem 1876).
Zie: Nederlands Adelsboek ('s Gravenh. 1905). 553.
Wumkes