tingen. Het departement, thans van Financiën, was toen in 4 deelen gesplitst, waarvan dit er een was, onder den directeur-generaal, sedert 1 Jan. 1821 minister, Appelius (dl. VII, kol. 16).
Hij werd bij Kon. besluit van 10 Mei 1825 benoemd tot secretaris-generaal van het departement van Marine en Koloniën en nam van 6 Sept. tot 29 Dec. 1829, na de scheiding van Marine en Koloniën, het ministerschap van Marine, Nationale Nijverheid en Koloniën waar ter vervanging van Elout (dl. I, kol. 805). Daarna werd hij secretaris-generaal van Marine en toen dat departement 21 Mei 1840 met dat van Koloniën vereenigd werd, weder van het nieuwe departement. Hij nam van 1 Jan. tot 1 Juni 1842, nadat met ingang van eerstgenoemden datum de departementen van Marine en Koloniën voor de tweede maal gescheiden werden, het ministerschap van Marine waar. Op laatstgenoemden datum trad hij op als secretaris-generaal van laatstgenoemd departement. Bij Kon. besluit van 8 Oct. 1842 werd hij benoemd tot Staatsraad in b.d. en op zijn verzoek eervol uit zijn betrekking ontslagen.
Hij werd in 1815 in de ridderschap van Holland opgenomen.
Hij huwde 10 Nov. 1824 Adriana Johanna baronesse Collot d'Escury, geb. 26 Oct. 1802, overl. 5 Apr. 1827, bij wie hij een zoon en een dochter had. De laatste, Johanna Maria, huwde Mr. Joan (2) Q.v.U., die volgt.
Ramaer