[Pighius, Albertus]
PIGHIUS (Albertus), wiskundige, geb. te Kampen omstr. 1490, overl. te Utrecht in 1542. Hij studeerde aan de universiteiten van Leuven en Keulen, promoveerde in de eerste tot baccalaureus, en in de tweede tot doctor. Hij verdiepte zich in de studie der wiskunde, godgeleerdheid en oudheidkunde en toonde zijn ijver voor het katholiek geloof door verschillende geschriften tegen Luther, Melanchton, Bucer en Calvijn. Paus Adrianus VI riep hem omstr. 1522 tot zich. Ook diens opvolgers Clemens VII en Paulus III stelden vertrouwen in Pighius en belastten hem met onderhandelingen over godsdienstzaken te Worms en te Regensburg. Hij overleed in 1542 te Utrecht, waar hij proost was der kerk van St. Johannes den Dooper. Zijn belangrijkste geschrift is getiteld: Hierarchiae ecclesiasticae assertio (Keulen 1572, fol.). Verder heeft men van hem een tractaat De gratia et libero hominis arbitrio, dat tegen Calvijn is gericht (Keulen 1542, fol.). Wiskundige werken zijn o.a. De ratione paschalis celebrationis, deque restitutione calendarii ecclesiastici; De aequinoctiorum solstitiorumque inventione (Parijs 1520, 4o).
Zijn door een onbekende geschilderd portret kwam voor in de verk. der coll. J.A. Brentano te Amsterdam 13 Mei 1822; prenten door Ph. Galle, E. de Boulonois en een onbekende.
Zie: F.X. de Feller, Biographie universelle ou dictionnaire historique (nouv. éd. 1839) V, 55-56.
Verzijl