[Pallandt van Eerde, Gijsbert Jan Anne Adolf baron van]
PALLANDT VAN EERDE (Gijsbert Jan Anne Adolf baron van), geb. te Ambt Ommen 27 Mei 1783, overl. te Sassenheim 26 Oct. 1863, was de tweede zoon van A.W. van Pallandt van Eerde (dl. IX, kol. 747) en A.E. Schimmelpenninck van der Oye.
Hij was een dergenen, die onder het vreemde bestuur geen ambten heeft willen aanvaarden.
Hij werd 29 Nov. 1813 door den Souvereinen Vorst benoemd tot een der twee commissarissen-generaal in het departement Monden van den IJsel, maar gaf het bewind 13 Dec. d.a.v. aan zijn vader over.
Hij werd 29 Aug. 1814 benoemd tot lid der Provinciale staten van Holland voor de ridderschap, en nadat hij zich metterwoon in het noordelijk deel dier provincie gevestigd had, op 6 Juli 1816 tot lid van Gedeputeerde staten van dat deel.
Op 25 Nov. 1840, toen ook de Staten van Holland in die van de beide deelen verdeeld werden, werd hij aangewezen als lid voor de ridderschap van Noord-Holland.
Hij is een der weinigen, die lid der Staten waren van de eerste benoeming ingevolge de grondwet van 1814 tot aan de kieswet van 1850. Bij de nieuwe verkiezingen van 3 Sept. 1850, niet meer door ridderschap, steden en eigenerfden, maar door de kiezers in districten, verzocht hij niet meer in aanmerking te komen voor lid der Staten en daardoor verviel ook zijn lidmaatschap van Gedeputeerden.
Hij huwde 27 Aug. 1805 Johanna Maria van Leyden, geb. 25 Juni 1780, overl. 15 Dec. 1807, bij wie hij 2 zonen had, en hertrouwde 19 Sept. 1809 Cornelia Martina van der Goes, geb. 12 Febr. 1780, overl. 26 Nov. 1859, bij wie hij 2 zonen en 2 dochters had.
Ramaer