Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[p. 699]

P.

[Pabst van Bingerden, jhr. Mr. Johan Maurits van]

PABST VAN BINGERDEN (jhr. Mr. Johan Maurits van), geb. te Kleef 30 Juni 1810, overl. te Nijmegen 27 Mei 1883. Hij was een zoon van jhr. Mr. Rudolf Willem Jacob v.P.v.B. (dl. II, kol. 1051) en werd als student te Utrecht ingeschreven 8 April 1828. In 1836 promoveerde hij aldaar in de rechten op proefschrift getiteld De substitutione fidei commissaria, in gratiam nepotum, fratris sororisve liberorum, lege permissa (Traj. ad Rh. 1836). Van 1848-77 was hij kantonrechter te Nijmegen. In zijn vrijen tijd hield hij zich bezig met geschiedkundige en genealogische nasporingen. Hij schreef Notice historique sur les barons de Diest en Brabant (als bijdrage tot de geschiedenis van Brabant niet zonder belang), in Le Héraut d'armes, revue internationale d'histoire et d'archéologie héraldique (Brux. 1869), en Inventaris van het oud-archief van het oud-burger-gasthuis te Nijmegen (Nijmegen 1871). Verder bewerkte hij de genealogie van het geslacht Hop in Annuaire de la noblesse et des familles patriciennes des Pays-Bas (jg. 1879), terwijl hij tevens medewerkte aan jg. 1880 en 1881 van dezelfde publicatie.

[p. 700]

Hij sloot op 6 Sept. 1848 te Nijmegen een huwelijk met Isabella Geertruida Johanna de Man, die hem twee zoons en één dochter schonk. Een dochter van den oudsten zoon is thans nog in leven als laatste draagster van den naam van Pabst van Bingerden.

Zie: Maandschrift De Ned. Leeuw I (1883), 26; Album Stud. Univ. Utrecht; Ned. Adelsboek (1916).

Wijnman