Hij heeft in den Haag, in Leiden en in Antwerpen gewerkt, waar hij sterke vlaamsche invloeden onderging (Rubens, Jordaens), die vooral na 1657 merkbaar zijn. Philipp von Zesen, die tegelijk met Ovens in Amsterdam verbleef, heeft in zijn Beschreibung der Stadt Amsterdam een goed beeld gegeven van de rol, die Ovens in het leven daar speelde. Dat hij in 1663 naar Duitschland is teruggekeerd, weten wij uit een brief van Pieter de Graeff aan zijn zwager Johan de Witt. In Friedrichstadt, waar hij zich vestigt, schildert hij portretten en historische en mythologische voorstellingen. Hij is een der aanzienlijkste en rijkste burgers van de stad, die meermalen vorsten in zijn woning heeft ontvangen. In 1674 en 1675 is hij eenigen tijd in Holland geweest, waarmee hij voortdurend betrekkingen onderhield. Na een ernstige ziekte is hij, 55 jaar oud, overleden. Hoewel in Duitschland geboren en gestorven, behoort hij geheel tot de hollandsche schilderschool. Zoowel door italiaansche als door hollandsche meesters heeft hij zich laten beïnvloeden, terwijl hij dikwijls in oppervlakkigheid vervalt. De inventaris van zijn nalatenschap, die na den dood van zijn vrouw in 1691 is opgemaakt en waartoe o.a. een uitgebreide bibliotheek behoort, geeft een typischen kijk op zijn rijkdom, zijn kunstverzameling en zijn geestelijke belangstelling. Hoewel hij zeer beroemd was, werd hij na zijn dood spoedig vergeten.
Zijn door G. Dou geschilderd portret was op de verkooping van de coll. L.B. Coclers, Amsterd. 7 Aug. 1811; een prent door J Houbraken.
Zie: A. von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II (1910), 293 en III (1911), 130; U. Thieme und F. Becker, Allgem. Lexikon der bildenden Künstler XXVI (1932), 103; Harry Schmidt, Jürgen Ovens, Sein Leben und seine Werke (1922); H. Schneider in Oud- Holland (1925), 215.
van Guldener