met zoveel stigting van de Gereformeerden als van de zuivere Mennisten gelezen.... ’ Voorts is zijn lijkrede op Willem Karel Hendrik Friso, uitgesproken 20 Febr. 1752, uitgegeven als: Koning Josia's dood.... (Rott. 1752), en verscheen van hem: Sion's tempelvreugd ter gelegenheit der inwijding van de nieuw herbouwde Mennonistenkerk te Rotterdam (Rott. 1775).
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 54; Catalogus van.... de dpsgz. bibliotheek te Amsterdam (Amst. 1919), 151, 246, 252; Inventaris der archiefstukken van de dpsgez. gem. te Amsterdam [niet in den handel] II, eerste afd. 389-394 (no. 2657-75, vooral nos. 2673, 2675), tweede afd., 147-150 (nos. 812-821); S. Blaupot ten Cate, Gesch. der doopsgezinden in Holland enz. II (Amst. 1847), 185 v.; C. Sepp, Johannes Stinstra en zijn tijd II (Amst. 1866), 95, 99; dez., Polemische en irenische theologie (2e dr. Leid. 1882), 160; dez., Bibliotheek v. Nederl. kerkgeschiedschrijvers (Leid. 1886), 342; J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers I (Leid. 1883), kol. 9; Doopsgezinde Bijdragen (1864), 106 vv.; (1868), 101; (1872), 55; (1890), 110; R. Arrenberg, Naamregister v. nederduitsche boeken tot 1787, 398.
Knipscheer