[Oetelaer, Joseph van]
OETELAER (Joseph van), d'Outelair, kartuizerprior, overl. te Antwerpen 21 Maart 1677. Hij stamde uit het noordbrabantsch adellijk geslacht van dien naam en was geprofest monnik van het klooster te Brussel, evenals zijn broeder Willem van O. (zie art.). Hij was een van de drie van Oetelaer's, die in de eerste helft der 17e eeuw naar het voorbeeld van hun familielid D. Bruno van O. (zie art.) kartuizers zijn geworden. In-1657 is Joseph van O. prior van het klooster S. Sophia te Antwerpen geworden. In deze hoedanigheid heeft hij in 1659 ten bate van zijn convent verkocht de huizen en goederen te 's Hertogenbosch en omgeving, afkomstig van het voormalige kartuizerklooster aldaar, waarvan het antwerpsche huis een voortzetting was. Toen zijn broeder Willem in 1664 of 1665 als prior van de chartreuse te Zeelhem bij Diest overleed, volgde hij hem in dat ambt op. Later is hij belast met het bestuur van het convent te Brugge, terwijl D. Karel van Meldert hem in Zeelhem is opgevolgd. Het prioraat van Brugge heeft hij vervolgens verwisseld met dat bij de kartuizers te Antwerpen, dat hij tot zijn dood heeft bekleed.
Zie: Chartae Capituli generalis Ordinis Cartusiensis (hs. Certosa, Farneta, Italië); F.J. Raijmakers, Historische oogslag op het voormalige karthuizerklooster te Zeelhem (Brussel 1863), passim; Taxandria, VII (1900), 18-21; XV (1908), 147-149; A.F.O. van Sasse van IJsselt, De voormalige Huizen en Gebouwen van 's Hertogenbosch ('s Hertogenb. 1920), 382 e.v.; Maisons de l'ordre des Chartreux II (Parkminster 1915), 246, 262.
Scholtens