[Nieuwenhuys, Christianus Johannes (1)]
NIEUWENHUYS (Christianus Johannes) (1), geb. 24 Juni 1773 te Vreden in Münster en overleden te Amsterdam 8 September 1837, zoon van Christiaan N. en Maria Catharina Theresia Meurer. Bezocht de lagere school te Zwolle, waar zijn vader zich eenige maanden na zijn geboorte als med. dr. gevestigd had. In 1793 ging hij naar Münster om zijn medische studiën te beginnen, vertrok in 1795 naar Jena en promoveerde 11 Sept. 1797 te Erfurt onder het decanaat van prof. Weissenborn tot med. et chirurg. dr., was daarna een half jaar te Weenen werkzaam op de kliniek van prof. P. Frank, en vestigde zich in Oct. 1798 als geneesheer te Amsterdam.
Al spoedig mocht hij zich daar in een groote en goede praktijk verheugen. Hij was lid van de Provinciale commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Holland (1817), lid van de hoofdcommissie der Maatschappij van weldadigheid (1818), van het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam en van het Provinciaal Utrechtsch genootschap; voorts correspondeerend lid van The provincial medical and surgical association in England.
Hij behoorde tot de redactie van de Jaarboeken der genees- heel- en natuurkunde, uitgegeven door het genootschap Arti salutiferae (1812-15) en was medewerker aan Vroliks, Berigten betreffende de Asiatische cholera te Amsterdam en in andere deelen des Rijks (1832).
Werken: Nadeelige en bijna algemeene vooroordeelen en misbruiken in de geneeskunde (1811 en 1818); Proeve eener geneeskundige plaatsbeschrijving (topographie) der stad Amsterdam (4 dln. Amst. 1816-20); Geneeskundige waarnemingen met de zuivere bestanddeelen der kina in tusschenpoozende en aanhoudende koortsen, gevoegd bij zijns broeders, F.L.A. Nieuwenhuys, apotheker te Amsterdam, Verbeterde bereiding van de kinaloogzouten (Amst. 1823); Eenige wenken over de pathogenie, pathologie, therapie en aetiologie der Aziatische cholera (Amst. 1833).
Nieuwenhuys huwde: 1. in 1802 met Gertrudis Mertz, 2. in 1825 met Elisabeth Catharina Scholten, weduwe van Mr. de Carvalho de Coutinho, en 3. met Henrietta Julia Guitard, uit het eerste huwelijk werden 10 kinderen geboren, van welke een dochter huwde met haar neef C.J. Nieuwenhuys (1800-83), die volgt, een tweede dochter met Isaac Esser (zie dl. I, kol. 835), terwijl een derde dochter de moeder werd van W.C.H. Kocken (zie dl. IX, kol. 537); het eenige kind uit het derde huwelijk was Mr. R.C. Nieuwenhuys (zie dl. III, kol. 916).
Bronnen: Alg. Handelsblad 27 Oct. 1837; Algemeene Konst- en letterbode, 1837 nos. 44 en 47; J.J. Westendorp Boerma, Johannes van den Bosch als sociaal hervormer, De Maatschappij van Weldadigheid; Familie-archief de Gaay Fortman.
de Gaay Fortman