[Mol, Johannes de]
MOL (Johannes de), geb. te Midlum (Fr.) in 1723, overl. te Nieuw Loosdrecht 1752, zoon van Ds. Petrus de M. liet zich 23 Sept. 1743 inschrijven als student aan de hoogeschool te Leiden, was predikant te 's Gravenpolder (1749-52) en Nieuw Loosdrecht (1752). Van hem verscheen een gedicht voor J. van den Honert, Oratio de sapientia et arte oratoria eccles. (1746); Feestzang op de geboorte van den erfprins van Oranje, graaf van Buren; en Loosdrechts Lijkklacht over 't afsterven van Margaretha Helena Graefland, vrouwe van Mynden en de beide Loosdrechten, weduwe van Mr. Jacob Halewijn.
Zie: Boekzaal der Geleerde Wereld, 1749b, 120, 736; 1752b, 531; 1753a, 464; Verslag v.h. Friesch Genootschap (1862, 1863), 11.
Wumkes