[Mignon, Abraham]
MIGNON (Abraham), schilder, werd geb. 21 Juni 1640 te Frankfort a.d.M. en overleed in 1679, vermoedelijk te Wetzlar, misschien te Frankfort. Hij was de zoon van een koopman, die door een ongeluk om het leven gekomen was. Van zijn 7de jaar af was hij een leerling van J. Marrel te Frankfort, die hem na 1659 naar Utrecht bracht in de leer bij J. Davidsz. de Heem. Sedert 1665 was M. weer te Frankfort of Wetzlar. Zijn moeder was een le Blon. Hij huwde pas na haar dood op 8 Aug. 1665. In 1669 was hij lid van het schildersgilde te Utrecht en hij was er nog in 1675, daar hij toen diaken was van de Waalsche kerk aldaar. Den 17den Dec. 1676 werd zijn zesde kind te Frankfort gedoopt; hij liet twee dochters na. M. schilderde bloemen- en vruchtenstillevens, en een enkele maal gevogelte. Bij voorkeur schildert hij veldbouquetten en groote bloemen, gaarne laat hij de takken en bladen buigen; de kleuren, waarvan het rood vooral sterk spreekt, zijn hard en ondoorschijnend, zij missen warmte. De achtergronden zijn gewoonlijk donker. Zijn stillevens zijn meestal bont van kleur, met zeer vele details, maar technisch voortreffelijk. Leerlingen zijn Maria Sibylla Merian en Ernst Stuven.
Zie: U. Thieme und F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler XXIV, (1930); A. von Wurzbach, Niederländisches Künstlerlexikon II (1910), 169; Die Weltkunst IV (1935), 28.
J.M. Blok