druckerij’ (dl. 3, 4, 1662, 63). Ledeboer noemt Casper Merian te Amsterdam gevestigd van 1660 tot 1663 en heeft dus blijkbaar geen andere uitgave onder oogen gehad. De duitsche bronnen dragen geen kennis van het verblijf van Caspar te Amsterdam en stellen zijn overlijden in 1691. Zülch heeft echter kort geleden ontdekt dat Caspar in 1672 naar Wertheim trok en zich na 1677 bij de Labadisten voegde. Uit dien tijd dateeren Caspar's prenten naar teekeningen van Wilh. Stettler in Wol-geschliffener Narrenspiegel... durch 115 Merianische saubere Kupfer vorgestellt (Freystadt = Frankfurt z.j.), benevens zijn prenten naar Holbein in Ch. Patin's uitgaaf van Erasmus' Laus stultitiae (Basel 1676). Volgens het Frankfurter Gerichtsbuch 1686 fo 118-157 overleed hij op 12 April 1686 ‘auf dem Haus in Holland’ (d.i. op Walha-state onder Wiewert). De invloed van Caspar zal er wel niet vreemd aan zijn geweest, dat zijn zuster Maria Sibylla met haar beide dochters in 1685 tot de Labadisten overging. Het hardvochtig gedrag van Maria Sibylla te Wieuwert tegenover haar man wekte de verontwaardiging van Peter Dittelbach, die daaromtrent een merkwaardig verhaal doet in zijn Verval en val der Labadisten (Amsterdam 1692); Maria Sibylla vestigde zich trouwens reeds in 1691 te Amsterdam.
Caspar was te Frankfort 30 April 1650 gehuwd met Rachel Mozians, uit Neurenberg, uit welk huwelijk slechts een dochter Lydia geboren werd, die twee dagen na haargeboorte op 29 Mei 1652 overleed.
Zie: J.K. Füssli, Geschichte der besten Künstler der Schweiz (1769-79) II, 99 e.v.; Allgem. Deutsche Biographie XXI (1885), 422-427; H. Eckhardt, Mattheus Merian (1887), 29, 153, 156; Daniel Burckhardt-Werthemann, Berichte der Basler Kunstvereins (1906-08); C. Brun, Schweizerisches Künstler-Lexikon II (1908), 363; Alex Dietz, Frankfurter Handelsgeschichte (1921), 120-129; Moritz Sondheim in Philobiblon (1933), 9-34; W.K. Zülch in Thieme-Becker's Allgem. Lexikon der bild. Künstler XXIV (1930), 412-413; P.A. Tiele, Ned. Bibliographie van land- en volkenkunde (1884), 240; A.M. Ledeboer, Alphabetische lijst van boekdrukkers (1876), 27; Kleerkooper-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam (1914-16), 7, 107.
Wijnman