[Menil, Vincent Elia]
MENIL (Vincent Elia), geb. te Amsterdam in 1790, overl. aldaar 6 Maart 1825. Hij was van 1818 tot aan zijn dood predikant van de Waalsche gemeente te Schiedam, welke terstond daarna is opgeheven. Hij is bekend om zijn kennis van de talen van onze oostindische bezittingen, vooral van het Maleisch en Arabisch. In zijn Dissertatio de Antara ejusque poemate Arabico Moalla Kah (Amst. 1814) heeft hij de uitgave aangekondigd van een gedicht van den ouden arabischen zanger Antara ben Scheddad. Inderdaad verscheen: Antarae poema arabicum Moalla Kah cum integris Zousenii scholiis. - E codice M.S. edidit, in latinam sermonem transtulit et lectionis varietatem addidit V.E. Menil. - Observationes ad totum poema subjunxit Joannes Willmet (Leid. 1816). Deze uitgave is zeer geroemd. Voor het nederlandsch Bijbelgenootschap heeft hij, mede onder toezicht van denzelfden amsterdamschen hoogleeraar J. Willmet, de uitgave, een herdruk, mogelijk gemaakt van een volledigen maleischen bijbel, waarvan in 1820 het Nieuwe en in 1824 het Oude Testament verscheen. Het was geheel gedrukt bij Enschedé en Zonen te Haarlem in arabische letter. Bijzonderheden over vorige bijbeluitgaven en gedeelten daarvan vindt men in de hieronder opgegeven bronnen. (Zie ook: Handelingen der VIe Algemeene Vergadering van het Ned. Bijbelgenootschap, 9; van het volgende jaar blz. 56; van de XIe vergadering blz. 54). ‘Het bleek echter spoedig,’ zoo lezen wij, ‘dat die maleische bijbel met arabische typen niet werd gewenscht, dat de vertaling zelve moeilijk verstaanbaar was door de vele arabische en zelfs perzische woorden die er in waren opgenomen om begrippen aan te duiden waarvoor het Maleisch geen uitdrukking had. Alleen op Ambon, waar men door eeuwenlang gebruik aan dezen bijbel gewend was, behield hij het
burgerrecht tot op den
huidigen dag’. Elders lezen wij: ‘Plechtig was het oogenblik toen de hoogleeraar Willmet het eerste volledige exemplaar der algemeene vergadering aanbood’. In het begin, tot 1839, wilde de verspreiding al heel slecht vlotten.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 493 v.; (M.J. Chevallier), De Bijbel en de bijbelgenootschappen (Amst. 1839), 150-152; Catalogus der bijbel-tentoonstelling.... (Amst. 1914), Inleiding, blz. XLVI, en blz. 136; Kobus en de Rivecourt, Biographisch handwoordenboek II (Zutph. 1870), 295 v.
Knipscheer