[Masman, Henricus Uden]
MASMAN (Henricus Uden), geb. te Rotterdam 1809, overl. te Groningen 1877, zoon van Hendrik Uden M., toen predikant te Koorndijk, en als emer. van Paramaribo overl. in 1850. Hij trad voor het eerst als herv. predikant in dienst op 28 Aug. 1836 te Kamperveen, ging in 1847 naar Vollenhoven, kwam van hier naar Meppel 19 Oct. 1851 en vertrok naar Groningen 9 April 1855, waar hij tot zijn dood werkzaam was. Hij gaf in het licht: De Bijdragen van B.J.H. Taats tot verdediging van de leer der voldoening aan Gods geregtigheid gewogen (onder den schuilnaam Azonius) ('s Gravenhage 1843); Eene Leerrede uitgesproken bij de bekendmaking van het aannemen der beroeping naar Groningen (Meppel 1855); Intrêe-rede te Groningen (Gron. 1855); De nieuwe kerkelijke reglementen, met een uitvoerig register (Gron. 1860); Leiddraad bij het Godsdienstig onderwijs over den inhoud des Bijbels (Gron. 1859). Zijn zoon van denzelfden naam, geb. te Kamperveen, werd te Groningen als student ingeschreven 19 Apr. 1855 en was predikant te Wier 1861-67.
Zie: T.A. Romein, De Hervormde Predikanten in Drenthe (Gron. 1861) 155-156; dez., Naamlijst der Predikanten in Friesland (Leeuw. 1886), 101 en 290.
Wumkes