Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 544]
| |
voerder Gerrit Mannoury en Anna van Beek. In 1875 trad hij als vrijwilliger in dienst bij de vestingartillerie; na expiratie van zijn diensttijd werd hij als sergeant tweede klasse gepasporteerd wegens voeteuvel (1880). Daarna was hij van 1881 tot 1888 werkzaam bij den rijkstelegraafdienst te Rotterdam en te Amsterdam, aanvankelijk als klerk, na een jaar als telegrafist. In Oct. 1888 vertrok hij naar de Zuidafrikaansche republiek, waar hij tot 1893 als telegrafist dienst deed. Een jaar daarna repatrieerde hij wegens ziekte en overleed kort daarna. Hij bleef ongehuwd. Mannoury gevoelde zich sterk tot het tooneel aangetrokken en was een groot bewonderaar van de oud-hollandsche kluchtspelschrijvers, vooral van Brederoo en Bernagie. Hij stelde zich ten doel het hollandsche kluchtspel weer te doen herleven. Terwijl hij telegrafist te Amsterdam was, nam hij levendig deel aan de werkzaamheden van verschillende dilettanten-tooneelgezelschappen en schreef hij zijn eerste tooneelstukje Een huis met commensaals (uitgeg. door Tj. van Holkema te Amsterdam 1887, later herdr. Zaandijk z.j.), een kluchtspel in één bedrijf, dat op 13 Dec. 1884 door de telegrafistenvereeniging ‘De Spiraal’ voor het eerst werd opgevoerd en in 1887 door de Kon. Ver. Het Ned. Tooneel te Amsterdam voor het voetlicht werd gebracht. Kort daarna volgde een grooter werk Warm, kluchtspel in drie bedrijven, dat eveneens in 1887 door Het Ned. Tooneel werd opgevoerd. Beide stukken werden in het tijdschrift Het Tooneel door prof. A. Alberdingk Thijm gunstig beoordeeld. In de eerstvolgende jaren schreef hij nog eenige kleinere blijspelen, o.a. De schakers (Zutphen z.j.), in 1889 opgevoerd door de Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg Mij, dir. Alex. Faassen & Co., en in 1897 door het gezelschap Frank in de Salon des Variétés te Amsterdam, verder Ik heb iets vergeten (Alkmaar 1890), in 1890 opgevoerd door het gezelschap Kreukniet (Ver. Variété-artisten) te Amsterdam, De deserteur uit Harderwijk, kluchtig tafereel, welk stuk eveneens een opvoering beleefde enz. Mannoury's kleinere tooneelstukjes, vooral Een huis met commensaals, werden nog langen tijd veelvuldig door liefhebberij-tooneelgezelschappen opgevoerd en zijn zelfs thans nog niet geheel van het dilettanten-tooneelrepertoire verdwenen. Op 17 Maart 1934 werd het genoemde blijspel nog door de Kath. Radio Omroep voor de microfoor gebracht. In De Portefeuille van 1889 verschenen van Mannoury's hand een tiental Brieven uit Trans vaal. Na zijn overlijden wijdde zijn oud-collega Charlotte de Vries in het Tijdschrif. voor Posterijen en Telegrafie van 15 Mei 1895 een ‘In Memoriam’ aan zijn nagedachtenis. Gerrit Mannoury, hoogleeraar aan de Gem. universiteit te Amsterdam en jongere broeder van Jan, heeft verschillende manuscripten van laatstgenoemde (o.a. het hs. van De deserteur uit Harderwijk) aan de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam geschonken. Dit artikel werd samengesteld uit gegevens den schrijver welwillend door prof. G. Mannoury afgestaan. Wijnman |
|