[Lingelbach, Johannes]
LINGELBACH (Johannes), schilder en etser, werd geb. in 1622 te Frankfort a.M. (ged. 10 Oct. 1622) en is gestorven te Amsterdam Nov. 1674, waarheen zijn ouders in 1637 getrokken waren. Zijn vader was waarschijnlijk kleermaker en bezat in 1639 het ‘Oude Doolhof’ te Amsterdam. Zijn moeder heette Agniet Jansdr. Van 1622 tot 1644 woonde Joh. L. te Parijs, tot 1650 was hij in Italië en kwam over Duitschland naar Holland terug. In 1653 den 26sten April huwde hij te Amsterdam met Truitje Hendr. Pouw en verkreeg het burgerrecht 31 Oct. 1653. Hij schilderde italiaansche scènes o.a. zeehavens, jachten, markten en hij teekende gouaches. Ook schilderde hij de stoffage in werken van van Beerstraten, Hackaert, Ph. Koninck e.a. Twee etsen, voorstellende havens, worden aan hem toegeschreven. L. had als leerling Isaac Croonenbergh in 1670; hij ontving van C., die bij hem aan huis woonde ƒ 100 per jaar, maar L. schijnt liever geen leerlingen gehad te hebben. Naar hem hebben o.a. prenten gemaakt: J. Beckett, J. Gronsveld, J. Heudelot, W. Kobell, J.F. Lebas, Ch. Levasseur, A. van Zijlvelt, C. van Noorde, Fragonard, Basan, Ploos van Amstel.
Zijn geschilderd zelfportret was 1792 in de collectie Brabek te Hildesheim, een door M. Sweerts geschilderd portret in de verkooping collectie J.v. Marck 25 Aug. 1773. Prenten door B. Vaillant, J. Houbraken, A. Maurin en M. Franck.
Zie: U. Thieme u. F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler XXIII, (1929), 252 (door W. Steenhoff); A. von Wurzbach, Niederländisches Künstlerlexikon II (1910), 54.
J.M. Blok