[Laurman, Martinus Theodorus]
LAURMAN (Martinus Theodorus), geb. 21 Juli 1788 te Oosterlittens, aldaar overl. 11 Juli 1868, zoon van Ds. Hugo Martinus L. en Gesina Cornelia Schiere, werd opgeleid voor de academie door zijn vader en Ds. E. Nauta te Eedens, en ingeschreven als student te Franeker 15 Juli 1805, waar vooral prof. E. Wassenbergh invloed op hem had. 22 April 1811 verliet hij de academiestad met de beste getuigschriften, deed zijn praeparatoir examen voor de classis Franeker en werd bevorderd tot theol. cand. Na zijn huwelijk op 22 April 1812 met Eeuwke de Boer (gedoopt te Boornbergum in 1791 en overl. te Oosterlittens 2 Oct. 1848) werd hij predikant te Lellens (1813-19), te Westerbroek (1819-28) en te Oosterlittens (1828 tot zijn dood). Hij was een der geleerdste taal- en dialectkenners van de predikanten in het Noorden. Van hem verscheen de lexografische studie Proeve van kleine taalkundige bijdragen tot beter kennis van den tongval in de provincie Groningen (Gron. 1822). Een nieuw bewijs van zijn taalonderzoek is zijn boekje De Postwagen van Groningen op Leeuwarden. Een mengelmoes, zaamgemengd uit de Nederlandsche en Boere-Friesche taal, en verders doorspekt met den plalten Groningschen en Leeuwarder tongval door Dialectophilus (Gron. 1823). Bij gelegenheid van het Gijsbert Japiksfeest te Bolsward gaf hij een friesch rijmstuk Sliucht in Riucht. In rymke makke trog Marten Durks (Gron. 1825). Een felle polemiek voerde hij tegen het separatisme van zijn tijd in De dweeper, een woord aan allen die de waarheid lief-