[Kuypers, Christiaan François]
KUYPERS (Christiaan François), geb. te Nijkerk op de Veluwe, overl. te Wolfaartsdijk 16 Juni 1798, zoon van den hoogleeraar Gerard K. en Anna Catharina Huyvinkvelt, liet zich 2 Sept. 1768 inschrijven als student aan de hoogeschool te Groningen, was predikant te Wyckel (1777-92) en te Wolfaartsdijk, waar hij werkzaam was tot zijn dood. Van hem verscheen in 1778 een nederl. vertaling van J.H. Keiser Viro amplissimo Gerhardo Jacobo Keiser et nob. matronae Annae Margaretae Brunsveld quum quinquagesimum ab inito matrimonio natalem celebrarent (Gron. 29 Aug. 1778, Leeuw. 1778); Het verheerlijkt Metslawier, ter inwijjinge van de nieuw geboude kerk (Dokkum 1777); Aan Tinco Andringa van Hylckama, toen hij Mr. in de rechten werd (1780). Hij was te Wyckel lid van het dichtlievend kunstgenootschap ‘Kunstliefde spaart geen vlijt’. In 1792 gaf hij in het licht een bundel van 26 dichtstukjes, getiteld Gewijde Poëzy.
Zie: T.A. Romein, Naamlijst der predikanten in Friesland (Leeuw. 1886), 430; Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenboek IV, 146.
Wumkes