[Koningh, Gerhardus Ludovicus]
KONING(H) (Ger(h)ardus Ludovicus), gedoopt te Leiden 22 Juni 1702, overl. te Hoogmade 12 Sept. 1762. Zijn ouders waren Cornelis Koningh en Elizabeth Siemey (ook Gemey of Chimey). Hij studeerde te Leiden en werd predikant te Hoogmade 14 Mei 1730, juist toen de nieuwe kerk in gebruik werd genomen. Hij schreef: Ontledende openlegginge des Sendt-brieve v.d. apostel Paulus aan de Colossensen (Leid. 1739); Berigt aangaande de zekerheid der Zaligheit (Leid. 1853).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. woordenb. v. Protest. godgel. in Ned. V, 159v.; Kerkelijk Handboek (1907), Bijl., 125; Noordbeek en Mourik, Naamrol der godgel. schrijvers (Amst. [1752]), 456; R. Arrenberg, Naamregister v. nederd. boeken tot 1787, 285.
Knipscheer