[Koekkoek, Herman]
KOEKKOEK (Herman), zeeschilder, werd geb. 13 Maart 1815 te Middelburg en overleed 5 Nov. 1882 te Haarlem. Hij was de zoon van Joh. Herm. Koekkoek, die volgt, en Anna Koolwijk. In 1832 vestigde hij zich te Amsterdam, waar een jaar later ook zijn vader ging wonen. Hij huwde aldaar in 1837 met Joh. Maria de Soet. In 1840 werd hij lid van de Kon. Acad. te Amsterdam en in 1841 van de vereeniging ‘Hierdoor tot hooger’ te Rotterdam. Hij schilderde met zijn linkerhand. K. schijnt gewerkt te hebben in Muiderberg, Waterdoksdijk, Muiden, aan het Y, Bloemendaal, Rotterdam, Haarlemmerhout enz. In zijn bezit was o.a. werk van verschillende leden der familie Koekkoek en van C. Springer. Hij lithografeerde o.a. een boerderij aan water.
Zijn portret is afgebeeld bij Immerzeel, Levens en werken d. Holl. en Vl. schilders II, 126.
Zie: Catalogus verkooping zijner nalatenschap, 6 Nov. 1883; U. Thieme u. Fr. Becker, Allgem. Künstlerlexikon XXI (1927), 129 (door A. Staring met notities M.D. Henkel); Alb. Plasschaert, Korte geschiedenis der Holl. schilderkunst (Amst. 1923).
J.M. Blok