Weeys en Ant. Waterkamp op de kust van Coromandel zouden arriveeren vanwege den diamanthandel. Zijn financiën gaan nu in Holland goed, hij woont afwisselend in Haarlem en Amsterdam. Zijn vrouw, die hem overal op zijn reizen vergezeld had, wordt begin van 1667 ziek in Haarlem. Zij maakt 14 Januari haar testament en wordt 4 Febr. 1667 daar begraven. Uit haar eerste huwelijk had zij één dochter, uit haar 2de, twee. K. zelf maakt 28 April 1667 zijn testament in Haarlem en sterft kort voor 17 Maart 1668, waarschijnlijk te Amsterdam.
Waarschijnlijk eerst onder invloed van Dou werkende, sloot hij zich eerst aan bij de leidsche fijnschilders van 1635 tot 1640; hij maakte toen interieurs met één hoofdfiguur en enkele bijfiguren. Na zijn terugkeer uit Indië heeft hij een breederen stijl, invloed van de haarlemsche school vertoont zich o.a. in Tobias en de engel in de Mariakerk te 's Gravenhage. De werken van Corn. de Man en C. Vrel worden dikwijls met de zijne verward. Wij kennen twee gesigneerde werken van hem te Leningrad, zij zijn dilettantachtig, hebben geen ruimte en zijn niet goed van perspectief. Zijn meesterwerk is de voetoperatie te Parijs, verz. A. Schloss. Vroeger meende men in hem iemand uit de Vermeer-school te herkennen en ook op de tentoonstelling te Rotterdam in 1935 rangschikt men hem weer bij deze groep. Een van zijn schilderijen, voorstellende een wijnkelder met keuken en eenige figuren is tenondergegaan op weg naar Rusland, nadat het voor ƒ 4300 door Katharina van Rusland was aangekocht in de coll. Braamkamp op 31 Juli 1771; de voorstelling is bekend door een copie door Laquy in de verz. Mackay te Hilversum en door een teekening in Mus. Fodor te Amsterdam. Meestal hebben K.'s schilderijen een novellistische bijgedachte; er is slechts één groepportret van K. met 8 personen.
Zie: U. Thieme und F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler XXI (1927), 111 (door C. Hofstede de Groot); A. von Wurzbach, Niederländisches Künstlerlexikon I (1906), 312; II (1910), 65; zie ook Cl. Brière-Misme in Oud-Holland (1935) (Une émule de Vermeer et de Pieter de Hooch).
J.M. Blok