het portret van den hertog van Alcantera, die den Paus als zouaaf diende. Dit trok zoozeer de aandacht, dat de gravin de Pourtales hem opdracht gaf het portret van paus Pius IX te schilderen, die dan ook eenige malen voor Kleyn poseerde en met welke beeltenis hij veel lof oogstte. Hij stond hoog aangeschreven bij prinses Marianne, wier portret hij schilderde evenals dat van haar dochter, prinses Alexandrine van Pruisen. Voor deze beide laatste portretten vertoefde hij te Berlijn: in dienzelfden tijd versierde hij de eetzaal in het kasteel Camenz (Silezië) met de stukken: Belsazar's gastmaal en de Bruiloft te Kana.
Na 1868 woonde Kleyn te Stuttgart en in Holland (Bathmen en Zutphen). Toevallig op Dorth vertoevende, toen in de kerk te Bathmen muurschilderingen werden aangetroffen (1870), bevrijdde hij de koorwanden van de bedekkende kalk- en witsellagen en maakte daarna nauwkeurige doortrekken van al het ontdekte, die een getrouwe voorstelling geven der oude kunstwerken (zie de 11 platen bij C. Leemans, Oude Muurschilderingen van de Kerk te Bathmen in Ovl. 1872). In 1872 schilderde hij de stukken in den toren te Dillenburg, die gedenkwaardige tafereelen uit het leven van prins Willem van Oranje te zien geven. In 1873 nam hij de hem aangeboden betrekking van conservator aan het museum van het kasteel Reinhartshausen te Erbach a.R. met den titel van ‘Königlicher Hofmaler’ aan en verbleef daar tot 1887. Na het overlijden van prinses Marianne bleef hij in hetzelfde ambt bij haar zoon Prins Albrecht van Pruisen.
In 1887 keerde hij (na het overlijden van zijn vader) voor een poos naar Holland terug, woonde daarna tot 1891 te München en nadien te Colmschate bij Deventer.
Het museum te Reinhartshausen heeft van hem twee doeken: De Samaritaansche vrouw en Eliëzer en Rebecca. In het laatst van zijn leven begon hij aan een groot schilderij: De aankondiging van Jezus geboorte aan de herders. Een ander bekend stuk is ook: Hagar en Ismaël.
Kleyn huwde te Stuttgart 24 Sept. 1866 met Caroline Henriëtte Emilie Donner, geb. te Ellwangen (Würtemberg) 27 Sept. 1843, overl. te München 14 Mei 1905, dochter van prof. theol. Johan Jacob Christian D. en van Philippine Margaretha Hoff. Hieruit drie kinderen, o.a.: Constantia Charlotte Kleyn, geb. te Rome 25 Juli 1867, overleden te Lochem 19 Jan. 1930, gehuwd te Colmschate 7 Nov. 1893 met den letterkundige Ds. George Frans Haspels.
Regt