[Huysum, Jan van]
HUYSUM (Jan van), schilder, werd geb. 15 April 1682 te Amsterdam en is aldaar overleden 8 Febr. 1749. Hij was de oudste zoon en tevens leerling van Justus v.H. en had drie broeders, Justus, Jacob en Michiel. Eerst hielp hij zijn vader, maar toen hij in 1704 huwde met Elisabeth Takens in Amsterdam, werd hij zelfstandig en schilderde vruchten- en bloemstillevens, tevens heroïsche landschappen. v.H. had drie dochters: Francisca Margaretha, Anna en Magdalena en een zoon Jan, die niet deugde en naar Indië ging. Zijn weduwe was zeer welgesteld en bezat een huis op de Prinsengracht bij de Vijzelstraat. Vooral door zijn vruchten- en bloemstukken verwierf van H. een grooten naam in binnen- en buitenland bij verzamelaars en vorsten o.a. aan het hof van Mecklenburg, waar een zekere A.N. van Haften of van Haeften de correspondentie voerde met onzen schilder van 1740 tot 1744. Het is meermalen voorgekomen, dat hij ƒ 1000 ontving voor een schilderstuk en op verkoopingen brachten zij tijdens v.H.'s leven zelfs wel ƒ 1450 op. Hij schijnt zeer zonderling geweest te zijn, wilde geen leerlingen hebben; een uitzondering maakte hij voor Margar. Haverman. Zijn bloemstukken en vruchtenstillevens werden uiterst getrouw naar de natuur weergegeven, geen vlekje, dauwdruppel of insect ontbrak, zijn bloemen staan wild door elkaar gerangschikt; menigmaal moesten zijn bestellingen later afgeleverd worden dan het plan was, omdat de soort bloemen, die hij wenschte te schilderen, niet bloeide in het jaargetijde, dat het toen was; zijn achtergronden zijn meestal licht van kleur; zijn werken munten uit door goede teekening, het coloriet was echter niet altijd even fraai. Zijn heroïsche landschappen zijn onder invloed van N. Poussin
geschilderd. H.'s teekeningen van bloemen en vruchten, in kleuren uitgevoerd, zijn dikwijls voorstudies voor zijn schilderijen. Volgelingen van v.H. waren: W. Hendriks, de fam. van Os, J. Linthorst, G. en C. van Spaendonck, W. van Leen, Th. van Brussel.
Hij teekende een zelfportret. Zijn geschilderd portret door A. Boonen kwam voor op de verkooping der coll. J. van der Marck (Leiden) te Amsterdam 1773 en verk. coll. Gildemeester te Amsterdam 1800; een portret door M. Accama op de verk. der coll. H. Aarentsz (Deventer) te Amsterdam 11 April 1770. Prenten door J.B. Mansaisse, A. van Halen, J. Houbraken en Pinte.
Zie: U. Thieme u. F. Becker, Allg. Lexikon der bildenden Künstler XVIII (1915), 207 (door C. Hofstede de Groot); C. Hofstede de Groot, Beschreibendes und kritisches Verzeichnis der Werke der hervorrag. holländischen Maler des XVII Jahrh. X (1928); J.M. Blok in Onze Kunst (1917).
J.M. Blok