mius behoorde tot de deputatie die op 29 Mei 1619 aan de Staten-Generaal den dank der synode overbracht voor hun weldaden en bescherming. In den zomer van 1620 bracht hij drie exemplaren van de Acta naar Engeland, één voor koning Jacobus, één voor den prins van Wales, één voor den aartsbisschop van Canterbury. Een belangrijk aandeel had hij voorts in de vaststelling van den officieelen tekst van de belijdenisschriften en de liturgische geschriften; ook in de bewerking en de revisie van de Bijbelvertaling. Volgens G. Brandt (zie dl. VI, kol. 184-187) is Homnius de schrijver van het
Twede vervolch van het Kort ende bondigh verhael.... van P. Merula (zie dl. II, kol. 902-904). Hij noemt zich dan daar: ‘Beminder der historiën, een bekent goet vriendt van P.M.’
Hij was gehuwd met Johanna Cuchlinus in 1599 (overl. 1633) en in 1634 met Hester van Hertsbeeck, wed. v. Pieter Malbesij. Johannes Polyander á Kerckhoven (zie dl. IX, kol. 815 v.) gaf een lijkrede op hem uit: Oratio funebris in obitum Festi Hommii, recitata.... 10 Juli 1642 (Lugd. Bat. 1642), vertaald als: Lijck-oratie over het afsterven van Festus Hommius (Leid. 1642).
Van zijn portret bestaan prenten door W. Delff en C. van Dalen, beide naar D. Bailly, voorts door R. Vinkeles, J. v.d. Velde, H. de Mayer, J.F.C. Reckleben en een onbekende.
Zie: P.J. Wijminga, Festus Hommius (Leid. 1899); de Bie en Loosjes, Biographisch woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. IV, 198-218; H.C. Rogge, Bibliotheek der contraremonstrantsche en geref. geschriften (Amst. 1866), 21 v., 111; dez., Geschriften betreffende de Ned. Herv. Kerk.... (Amst. 1864), 2; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 131; (1911) Bijl., 147; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 780 (nos. 423-427); A.C. Duker, Gijsbertus Voetius I (Leid. 1897), 59, 105, 117, 140, 273, 282 v., 285, 292 v., 368, Bijl., 28, 49, 53 v., 94; II (Leid. 1910), 222, 225; III (Leid. 1914), 80; J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Nederl., 4de dr. (Utr. 1933), 242 v., 249 v., 262-264, 269 v., 284, 287, 289, 302, 315 v., 338; L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk I (Amst. 1911), 112, 119, 125, 127, 150, 152, 160, 165, 199; G.P. van Itterzon, Franciscus Gomarus ('s Gravenh. 1933), 2, 97, 139, 203, 206, 213 v., 233, 252 v., 257, 263, 316; H.J. Honders, Andreas Rivetus.... ('s Gravenh. 1930), 25, 166: R. Arrenberg, Naamregister van Nederduitsche boeken enz. tot 1787, 244.
Knipscheer