[Heemstra, Schelte van (2)]
HEEMSTRA (Schelte van) (2), geb. op Vogelsangstate onder Veenklooster 6 Dec. 1738, overl. op Heemstrastate te Oenkerk 16 Maart 1803, zoon van Willem Hendrik, die volgt, en van Wya Catharina van Glinstra.
Hij was volmacht ten landdage, lid van de provinciale rekenkamer, burgemeester van Bolsward, houtvester der provincie e.m.a. Hij maakte zich bekend door zijn welsprekendheid, zijn helder verstand, oprechtheid, ijver voor kerk en staat en als groot voorstander van het huis van Oranje. Dit laatste veroorzaakte dat hij in 1795, met achterlating van alles, het land moest verlaten om erger te ontgaan. Hij begaf zich naar Emden en daar het denkbeeld hem ondraaglijk was om Nederïand zonder Oranje te dienen, bleef hij in ballingschap tot 1802, toen de stadhouder de hem overgebleven getrouwen van hun eed ontslagen had. Na korten tijd in het vaderland te zijn teruggekeerd, overleed hij op zijn landgoed te Oenkerk.
Hij huwde te Kollum 28 Jan. 1764 met Wiskje Scheltinga, geb. op Scheltingastate te Kollum 3 Maart 1746, overl. op Heemstrastate te Oenkerk in Maart 1795, dochter van Cornelis S. en van Cecilia Johanna van Eysinga. Een zoon, Willem Hendrik baron v.H., komt voor in dl. III kol. 559.
Zie: v. Rhede v.d. Kloot en Bär, Kwartierstaten.
Regt